Raad van State: Meerssen mocht hondenvoerfabriek geen boete opleggen

De gemeente Meerssen mocht de hondenvoerfabriek Dogstar geen boete opleggen. Dat oordeelt de Raad van State in een zaak die is aangespannen door de fabriek. 

De kwestie draait om geluidshinder en geuroverlast. Omwonenden van de fabriek klaagden over het geluid van de koeling en de geur rond de fabriek. 

Overschreden
De gemeente vroeg daarop een onderzoek aan bij de omgevingsdienst en aan de hand van de uitkomsten daarvan legde Meerssen een boete op. De geluidsnormen werden overschreden, bleek uit het onderzoek. De boete bedroeg 5000 euro. 

Niet zorgvuldig
Dogstar stapte daarop naar de rechter, maar kreeg geen gelijk. De hondenvoerfabriek procedeerde door naar de Raad van State en die gaf de fabriek twee weken geleden wel gelijk: het onderzoek is niet zorgvuldig uitgevoerd. Er is niet vermeld waar er is gemeten. Daardoor kan het volgens de Raad van State niet zeker zijn dat de geluidsnormen zijn overschreden. 

Op twee andere punten krijgt de fabriek geen gelijk. Zo betoogde Dogstar dat de metingen niet op de juiste hoogte hebben plaatsgevonden, maar volgens de rechter is dat niet het geval. 

De boete van 5000 euro kan de gemeente niet innen, is het oordeel van de rechtbank. De gemeente moet opdraaien voor de proceskosten; zo'n 334 euro. De eigenaar van Dogstar laat weten dat er in september nog een andere dwangsom aangevochten wordt.